Wat
leert een kleuter in de leeftijd 5 tot 6 jaar?
Sociaal
emotioneel
-
Je
kind kan meerdere emoties bij zichzelf onderscheiden (boos, blij, bang).
Je kind onderscheidt meerdere aspecten van het eigen gedrag (wat kan ik
goed, wie vind ik aardig, wanneer ben ik blij?)
-
Je
kind kan aangeven of iets wel of niet met opzet is gedaan en heeft
gevoelens van trots, schuld, schaamte
-
Je
kind toont wederkerige relaties met verschillende volwassenen
-
Je
kind neemt initiatief tot interactie met andere kinderen en toont
wederkerige relaties met verschillende andere kinderen.
-
Vriendschap
is nog vaak een kwestie van eenrichtingsverkeer.
Spelontwikkeling
Motoriek
-
Je
kind kan op één voet staan; hinken; een stuitende bal vangen; een
kleine bal vangen.
-
Je
kind kan over balk lopen; een bal stuiten en vangen; touwtje springen
-
Je
kind maakt soepele
bewegingen met de vingers bijvoorbeeld
bij kleine kralen rijgen, vierkant knippen, knopen open/dicht
-
Je
kind kan veters strikken
-
Je
kind heeft een voorkeurshand bij verschillende handelingen.
Tekenontwikkeling
Zintuiglijke
waarneming
-
Je
kind kan abstracte vormen, figuren van elkaar onderscheiden en
onthouden.
-
Je
kind houdt bij inkleuren rekening met eenvoudige overlappingen; kan alle
kleuren (ook licht en donker) en ook benoemen.
-
Je
kind kan verschillen tussen afbeeldingen van abstracte vormen/figuren
(letters/cijfers) onderscheiden en naleggen
-
Ook
kan je kind geometrische figuren benoemen
-
Je
kind kan een versje met meer dan vier regels onthouden en opzeggen.
-
Je
kind kan het verschil horen tussen moeilijkere woorden die veel op
elkaar lijken en kan met eenvoudige woorden rijmen.
Taalontwikkeling
Lichaamsoriëntatie
-
Je
kind kan enkelvoudige opdrachten naar het lichaam vertalen en kan
lichaamsdelen met ogen dicht aanwijzen en benoemen: pols, enkel, hals,
nek
Ruimtelijke
oriëntatie
-
Je
kind kan ruimtelijke begrippen in afbeeldingen weergeven en verwoorden
(denk hierbij aan voorzetsels als: in, op, naast, onder, boven, uit enz.)
-
Je
kind beheerst ruimtelijke begrippen in het platte vlak gecombineerd (de
jongen die voor en naast het huis speelt).
-
Je
kind kan vanaf afbeeldingen ook nabouwen wat niet zichtbaar is.
-
Ook
kan je kind links en rechts aan het eigen lichaam aanwijzen.
Tijdsoriëntatie
-
Je
kind kan de dagen van de week in de goede volgorde opnoemen maar ook de
delen van de dag in volgorde benoemen.
-
Je
kind kan eigen ervaringen naar tijd indelen d.m.v. woorden als: straks,
later, morgen, gisteren.
-
Je
kind krijgt een beginnende belangstelling voor klokken en kalenders.
Ontwikkeling
geletterdheid
Ontwikkeling
van het inzicht in cijfers en getallen
-
Je
kind zegt de getallenrij tot 10 goed op, het telt hoeveelheden tot 10
aanwijzend
-
Je
kind kan hoeveelheden t/m 5 samenstellen en benoemen en kan zelfs al tot
simpele erbij en eraf vragen antwoord geven mits het materiaal erbij
heeft.
Ontwikkeling
van het logisch denken
-
Je
kind kan concrete hoeveelheden vergelijken m.b.v. evenveel, meer, minder
op basis van 1-1 relaties t/m 8
-
Je
kind brengt d.m.v. passen en meten rangorde aan en kan voorwerpen
volgens 2 criteria ordenen.
|