Het kan wel eens gebeuren dat je het niet eens bent met de keuze die je
kind maakt, wat betreft zijn vriendjes. Jouw eigen inbreng, de sfeer
thuis en het karakter van je kind zijn dingen die op uiteindelijk het
meest van betekenis zijn. Je hoeft je dus geen grote zorgen te maken dat
je kind wordt ‘verpest’ door zijn vriendje. De invloed van een
‘verkeerd’ vriendje is maar van tijdelijke aard.
Kleutervriendschappen
zijn bovendien meestal niet blijvend. De kans dat je kleuter al snel een
ander vriendje heeft om mee te spelen, is groot. Echte boezemvriendschap
komt op zijn leeftijd maar weinig voor. Vriendjes zijn in wezen
makkelijk in te wisselen.
Om je kleuter de
omgang met zijn vriendje te verbieden, heeft geen zin en zal eerder het
omgekeerde tot gevolg hebben. Dat verbod zal de drang om met hem te
spelen alleen maar groter maken. Daarbij komt nog dat ze elkaar op
school ook zien.
Als je kleuter thuis
speelt met het vriendje dat jij niet zo leuk vindt, kun je ervoor kiezen
ze niet alleen te laten. Zo kun je het andere kindje steeds corrigeren,
als dat nodig is. Maak hem bijvoorbeeld keer op keer duidelijk dat
vloeken bij jou in huis niet mag. Je kind zal dan ook zien dat jij het
gedrag van het andere kind niet goed keurt. Het kan dan best zo zijn dat
jouw kind zijn vriendje zelf terecht gaat wijzen.
Als je het echt niet
ziet zitten dat je kleuter met een bepaald vriendje speelt, kun je
proberen zijn aandacht af te leiden. Dit kun je bijvoorbeeld doen door
een ander vriendje te introduceren. Nodig bijvoorbeeld eens een kindje
van vrienden uit.
Natuurlijk
kun je met de leerkracht van je kind de situatie bespreken. Deze kan er
bijvoorbeeld voor zorgen dat je kind eens een werkje of spelletje moet
doen met andere klasgenootjes. Zo komt je kind in contact met andere
kinderen, die het op den duur misschien leuker vindt.