Wiskunde is overal 
en nog leuk ook, 
zelfs voor kleuters!

Het is altijd boeiend kinderen te zien spelen. 

Ze gaan werkelijk op in hetgeen ze aan het doen zijn en vergeten vaak alles om hen heen. Wanneer er dan ook nog een ontspannen sfeertje is; ze de ruimte krijgen om te spelen; niet moe zijn, dan kan een kind van het spelen ook nog ervaringen op doen die waardevol zijn voor zijn of haar ontwikkeling. Op die manier leren kleuters bijvoorbeeld of een x-aantal vormen in een bepaalde doos past, hoe je kan delen met andere kinderen, wie de grootste of de kleinste is, enz.

Hoe leert je kind rekenen?

Om de rekenontwikkeling te stimuleren moet je kleuters de kans geven om met diverse materialen en in verschillende situaties ervaringen kunnen opdoen met tellen, ordenen, vergelijken, meten, ruimte en tijd, construeren van dingen. 

In de kleutergroep gaat het om voorbereidend rekenen, waarbij kleuters in de eerste plaats kennismaken met diverse begrippen via allerlei situaties. 

Wanneer ze willen weten of alle kinderen er zijn, tellen ze bijvoorbeeld samen hoeveel kinderen er zijn. Hebben we evenveel stoelen als kinderen, of zijn er juist meer of minder.Of ze mogen pas naar buiten als ze zich  zelf heel groot gemaakt hebben en daarna heel klein, of juist heel dik en daarna heel dun.

Zo kunnen ze op hun eigen manier leren omgaan met begrippen en doen ze ervaring op met het ordenend omgaan met de omgeving. Daarbij is het fijn als ze begrippen kennen als, hoog/laag, breed/smal, groot/klein, lang/kort, dik/dun, veel/weinig, meeste/minste/evenveel, enz.

Wat gebeurt er nog meer aan rekenontwikkeling? 
Ze tellen hoeveelheden of tellen verder vanaf een getal. Bijvoorbeeld bij het spelen van ganzenbord. Je telt het aantal ogen op de dobbelsteen en je telt verder vanaf de plaats waar je gebleven was.
Oudste kleuters leren ook in groepjes tellen van bijvoorbeeld twee. Dat wordt ook wel handig tellen genoemd.

Kleuters krijgen nog geen sommetjes,

 zoals ze later in groep drie zullen krijgen maar wel de voorloper ervan. Via begrippen als evenveel, erbij doen, weg halen, verdelen. 
Thuis kun je dat ook doen. Laat je kind bijvoorbeeld de tafeldekken en geef bewust teveel of juist te weinig bestek. Laat je kind verwoorden wat het te veel of te kort heeft en hoeveel.

Kleuters worden ook uitgedaagd tot het vergelijken van de grootte van dingen. 

Dit kun je bijvoorbeeld doen door te meten met je lichaam (hoeveel voetjes moet ik zetten voordat ik van het klimrek bij de zandbak ben). 
Maar ook het meten met materialen als een weegschaal zijn erg interessant voor ze. Je kunt thuis je kind bijvoorbeeld ook mee laten koken. Laat het hoeveelheden afwegen of aftellen

Het namaken van voorbeelden

Ook het maken van series volgens afgesproken patroon zoals bijvoorbeeld het maken van een kralenketting volgens een voorbeeld. 
Of het namaken van een voorbeeld van de kralenplank, of een bouwtekening van duplo hoort bij de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie. 
Net als het bedenken van oplossingen voor bepaald ruimtelijk probleem. Alle blokjes moeten in de kist passen.